Het lijkt misschien vanzelfsprekend, al die straatlichten en lampen in onze steden. Maar heb je ooit stilgestaan bij wat dat allemaal doet voor de nachtdieren? Ja, al dat kunstmatige licht heeft een enorme impact op de dieren die normaal gesproken in het donker leven. Laten we eens kijken hoe dat precies zit.

Hoe straatverlichting vogels beïnvloedt

Vogels hebben het zwaar te verduren door de straatverlichting. Vooral trekvogels, die vaak ‘s nachts reizen om roofdieren te vermijden. Licht kan hun navigatie behoorlijk in de war schoppen. Ze gebruiken namelijk sterren om hun weg te vinden, maar al die stadslichten maken het een stuk lastiger om die sterren überhaupt te zien. Best frustrerend voor zo’n klein vogeltje, toch?

En dan heb je nog het voedselzoekgedrag van de vogels. Veel soorten zijn afhankelijk van insecten, en die worden ook weer aangetrokken door licht. Dus wat gebeurt er? Vogels blijven hangen bij de lantaarnpalen waar ze makkelijker insecten kunnen vinden. Klinkt handig, maar het verstoort hun natuurlijke gedrag en balans in het ecosysteem.

Veranderde gewoontes bij zoogdieren

Zoogdieren zijn ook geen fan van al dat stadslicht. Vooral nachtdieren zoals vleermuizen en egels krijgen het moeilijk. Vleermuizen bijvoorbeeld, die normaal gesproken ‘s nachts jagen op insecten, moeten ineens concurreren met vogels die door het licht ook ‘s nachts actief zijn. En laten we eerlijk zijn, niemand houdt van extra concurrentie.

Egels, die vaak ‘s nachts op zoek gaan naar voedsel, worden ook beïnvloed. Ze durven minder snel uit hun schuilplaatsen te komen omdat het licht ze kwetsbaar maakt voor roofdieren. Het gevolg? Minder voedsel en dus minder energie om te overleven en zich voort te planten.

Lichtvervuiling en insecten

Als je dacht dat alleen de grotere dieren last hadden van lichtvervuiling, think again! Insecten hebben er misschien wel het meest last van. Veel insecten gebruiken maanlicht om zich te oriënteren. Maar in een zee van kunstlicht raken ze compleet gedesoriënteerd. Ze zweven urenlang rond lampen tot ze uitgeput neervallen.

En dan hebben we nog het paringsgedrag van insecten. Veel soorten gebruiken lichtsignalen om een partner aan te trekken. Maar hoe doe je dat als er overal fel stadslicht is? Het is alsof je probeert te fluisteren in een kamer vol schreeuwende mensen. Niet echt bevorderlijk voor de voortplanting, zeg maar.

Wat kunnen we doen?

Dus ja, al dat licht is niet bepaald bevorderlijk voor ons nachtelijk ecosysteem. Maar wat kunnen we eraan doen? Gelukkig zijn er wel wat oplossingen. Denk aan slimme straatverlichting die alleen aangaat als er iemand langsloopt of fietst. Zo hoeven lampen niet de hele nacht aan te staan.

Daarnaast kunnen we kiezen voor verlichting die minder aantrekkelijk is voor dieren, zoals rood of oranje licht in plaats van fel wit licht. Het klinkt simpel, maar elke kleine aanpassing kan een groot verschil maken voor onze nachtelijke vrienden.

Laten we dus even stilstaan bij het effect van onze verlichte steden op de natuur om ons heen en proberen kleine veranderingen door te voeren. Want uiteindelijk willen we toch allemaal een wereld waar zowel mensen als dieren kunnen floreren?